De deelcollectie Vrouwenstudies wil onderzoekers wegwijs maken in de publicaties in onze collectie die relevant zijn voor vrouwenstudies als onderzoeksgebied (waaruit het hedendaagse genderstudies is voortgekomen). Vrouwenstudies is een onderzoeksgebied dat genderverhoudingen en meer specifiek de maatschappelijke positie van vrouwen onderzoekt, vaak vanuit een intersectioneel perspectief met oog voor het samenspel tussen verschillende identiteitsaspecten (naast gender ook bijvoorbeeld ook sociale klasse of etniciteit) die iemands sociale leefwereld en kansen mee bepalen.
Het onderzoeksgebied is ontstaan in de jaren zestig in de Verenigde Staten, toen onder invloed van de burgerrechtenbeweging en de tweede feministische golf aan verschillende universiteiten protest ontstond tegen de door mannen gedomineerde academische cultuur en het gebrek aan aandacht voor gendervraagstukken. Er ontstond ruimte voor onderzoekers om de dominante wetenschap in vraag te stellen en ‘vanzelfsprekende’ uitgangspunten te decoderen als uitgangspunten die getuigen van een witte, mannelijke blik.
Onderzoekers op het gebied van vrouwenstudies gingen vanaf het begin vaak interdisciplinair te werk, met behulp van inzichten uit verschillende wetenschappelijke disciplines, zoals sociologie, psychologie, antropologie, geschiedenis en cultuurwetenschap. Bovendien wordt de beeldvorming rond genderverhoudingen en de machtsstructuren die daarmee gepaard gaan binnen de vrouwenstudies op verschillende maatschappelijke terreinen bestudeerd.
Deze deelcollectie is samengesteld door feministe, auteur en voormalig hoogleraar Vrouwenstudies Monika Triest en bevat relevante publicaties op het gebied van Vrouwenstudies in onze collectie. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience bezit naast secundaire bronnen op het gebied van vrouwenstudies (zoals handboeken op het gebied van vrouwen- of genderstudies, boeken over feminisme en vrouwengeschiedenis in Vlaanderen en België, ..) ook veel primaire bronnen (zoals bijvoorbeeld handschriften, toneel- en liedteksten, gelegenheidsgedichten, schoolboeken of medische handboeken) die interessant zijn voor onderzoek naar de veranderende beeldvorming rond genderverhoudingen en vrouwen door de eeuwen heen. Veel van deze bronnen zijn bovendien in gedigitaliseerde vorm beschikbaar.
Een greep uit de verscheidenheid aan historisch bronmateriaal in de collectie: op het gebied van vrouwengeneeskunde bezitten we bijvoorbeeld een aantal vroege handboeken over verloskunde uit de zestiende eeuw, zoals Den roseghaert vanden bevruchten vrouwen (1530), een Nederlandse vertaling van Eucharius Rösslins (1470-1526) handboek Der schwangeren Frauen und Hebammen Rosengarten (1513). Ook hebben we een aantal schoolboeken en pedagogisch traktaten van vrouwelijke onderwijspioniers zoals Zoë Gatti de Gamond (1806-1854), haar dochter Isabelle Gatti de Gamond (1839-1905) en Marie-Elisabeth Belpaire in onze collectie. Hun ideeën over onderwijs legden ze vast in verschillende filosofische en pedagogische teksten. Zie van Zoë Gatti de Gamond bijvoorbeeld Notions les plus pratiques des sciences naturelles appliquées aux usages de la vie (1850); van Isabelle Gatti de Gamond haar Cours d'éducation et d'instruction pour les jeunes filles (1878) of haar essay ‘De plichten der vrouw’ (1874) en van Belpaire haar essay ‘Vrouweninvloed’ (1903).
Daarnaast bevat onze collectie ook feministische pamfletten vanaf de late negentiende eeuw. Interessant zijn bijvoorbeeld de pamfletten geschreven in de typerende vraag- en antwoordvorm van de katholieke catechismus. Een vroeg voorbeeld daarvan is Le grand catéchisme de la femme, een pleidooi voor vrouwenrechten dat in 1894 verscheen op naam van Louis Frank (1864-1917). Frank was advocaat en voorzitter van de liberaal georiënteerde Ligue belge du droit des femmes (de Belgische Liga voor Vrouwenrechten). In 1932 verscheen nog een Catechismus van de vrouw, geschreven door drie feministes die actief waren in de socialistische beweging: Yvonne de Man (1894-1981), Hélène Denis (1902-?) en Berthe Labille (1905-2001). Hun catechismus is een pleidooi voor algemeen stemrecht, dat er in België uiteindelijk pas in 1948 zou komen.
Belangrijke aanvullingen op deze deelcollectie zijn te vinden in de collecties van gespecialiseerde onderzoekscentra zoals RoSa (Vlaams kenniscentrum voor gender en feminisme) en AVG-CARHIF (het Archief – en Onderzoekscentrum voor Vrouwengeschiedenis).